Trekker de trek

Een verhaal over de grote vogeltrek, die twee maal per jaar ovedr ons land trekt.

Het hoe en waarom.Dat wetende zie dan de vergelijking naar de mens.

scrol naar beneden

TREKKER DE TREK                         15-9-2010

\

Het wordt weer voorjaar en de trek van de vogels gaat dan weer beginnen.

Hele populaties vertrekken uit warmere landen naar hun voortplantings plaatsen elders in de wereld. De trek is een must om te overleven en voort te leven. In ons koude winterklimaat is er te weinig voedsel aanbod en moeten ze daarom wel naar warmere landen afreizen. Soms wel duizenden kilometers ver weg.

Vroeg in het voorjaar gaat de reis dan weer de andere kant uit. Het lijkt een automatische inwendige klok die zegt: nu, nu moet de trek voor jou beginnen. En massaal gaan de vogelsoorten ieder op zijn eigen tijdstip voor zijn soort op pad.

In het voorjaar zien we op ons tuincentrum erg uit naar de wederkerende of overvliegende trekvogels. Zodra de eersten arriveren komt bij ons het lentegevoel. Ieder jaar opnieuw zien wij uit naar de eerste kwikstaart, de kievit in de weilanden om ons heen,de overvlucht van ooievaars en kraanvogels welke allemaal de emotie oproepen van blij jullie weer te zien.

De ooievaars trekken tot over de grote rivieren en hebben hun bestemming dan dikwijls al bereikt. De kraanvogels zijn echter pas halverwege ze hebben nog een verre reis te gaan voor ze in de toendra’s van rusland hun nest kunnen gaan opbouwen. Nederland is dan ook een rustpunt voor de kraanvogels op hun lange reis, ze verblijven veelal in de peel, om na enige dagen van rust, samen met de ganzen te vertrekken naar het hoge noorden. Met honderden vertrekken zij plotsklaps, alsof iemand ze heeft verteld, vandaag moeten jullie gaan, en in luttele tijd is er geen gans en kraanvogel meer te zien.

De gans en ook de zwaan zijn prachtige vogels. Ieder koppel is aan elkaar trouw tot in den dood. Ze zorgen voor elkaar, zijn trouw en hebben een groot verantwoordelijkheid gevoel voor de groep waar ze in thuis horen. Zij weten instinctief hoe belangrijk het is om voor elkaar te zorgen. In het ganzenleven wordt veel gegeven en weinig genomen. De zorg voor elkaar is optimaal.

De ganzen komen niet zomaar naar hier, wij liggen met ons land in een zone, waar in de meeste winters voldoende voedsel voor hen te vinden is. Bij een naderende strenge winter zullen de ganzen voor ons het eerste teken geven, dat de winter heviger wordt. Zij zullen dan massaal verder afreizen naar het zuiden, in een v-formatie vliegend, wat wij vertalen in vorst. Maar die v betekend eigenlijk alleen maar een energie besparende vlucht voor de ganzen. De voorsten vangen de wind en verrichten het meeste werk, de anderen vliegen op halve kracht in de luwte mee. Als je goed observeert, zie je dat er in teamverband wordt gevlogen, steeds wordt de voorste afgelost, welke dan weer achteraan aansluit. Hierdoor is het mogelijk dat ganzen, maar ook andere trekvogels enorme afstanden kunnen afleggen.

Na zo een lange vlucht is het is het belangrijk dat ze goed kunnen foerageren, oftewel hun buikjes dik kunnen vreten. De reis heeft hun veel energie en de nodige calorieën gekost. Doordat steeds meer natuurgebieden in Nederland worden aangewezen, en boeren daar vergoeding krijgen voor de mindere opbrengsten van hun land, kunnen steeds meer ganzen hier overwinteren. Vroeger werd een groot deel van de ganzen afgeschoten door jagers om de schade aan het land te beperken. Toch zal er steeds een wrijving blijven tussen het ganzenbestand en de productie van de boer. Er zal steeds voor beiden naar de beste oplossing gezocht moeten worden voor het evenwicht tussen mens en dier.

Door de steeds vergrotende kwantiteit van de ganzen, dreigt keer op keer het voedselaanbod door de mens toebedeeld voor de ganzen onvoldoende te zijn. Wij zullen er daarom niet aan ontkomen van tijd tot tijd regulerend op te treden om het ganzenbestand te doen laten afnemen, en zodoende voorwaarden te scheppen dat mens en gans vredig naast elkaar kunnen voortleven.

De trek van de ooievaar en de kraanvogel, is er een van geheel andere aard. Deze vogels eten insecten, kikkers, vissen, muizen en mollen. Zij doen weinig schade en zijn nuttig bij het in de hand houden van mollen en muizen plagen. Een nadeel is het nestgedrag van de ooievaar. Hij bouwt een groot nest liefst op grote hoogte zoals een dak of op een toren. Buiten de rand van het nest beschouwd hij de gehele wereld als zijn toilet. De jongen wordt al vroeg aangeleerd achterwaarts te gaan staan bij het doen van hun behoefte, om zo het nest niet te bevuilen. En ze kunnen er wat van. Door het menu van o.a. vis en kikkers spellen ze tot meters ver in de omtrek van het nest. Alsof een sproeier open gaat. De omgeving van het nest wordt geleidelijk aan steeds witter. Als je dan ziet hoeveel een nest ooievaars in het voorjaar aan mest produceert, kun je inschatten wat vogelcolonies op afgelegen eilanden, welke soms uit tienduizenden vogels bestaan aan mest op zo een eiland achter laten. De mest is overigens rijk aan kali en wordt op sommige eilanden gewonnen om planten ver weg mee te voeden.

Ook vele zangvogels keren langzaam in het voorjaar terug, met als laatste de koekoek. Alle vogels keren hier maar met een doel terug, namelijk het zorgen voor zo veel mogelijk nakomelingen om het soort in stand te kunnen houden. Vogels hebben dikwijls elkaar nodig om hun soort in stand te houden. Roofvogels halen eieren en jonge vogeltjes uit de nesten om hun jongen mee te voeden, dus zullen zangvogels willen en moeten zorgen voor meerdere nesten om uiteindelijk ook weer hun soort in stand te houden. Dit betekent voor hun een hard en werkzaam leven. Want alleen al het bouwen van een nest is een klein wonder op zich in de natuur. Vooral als je beseft, hoeveel materiaal en vernuft er nodig is om zulke prachtige comfortabele nesten te bouwen.

Daarna de zorg van de ouders voor het leggen en bewaken van de eieren en vervolgens het opvoeden en opkweken van de jongen tot sterke volwassen vogels, klaar om in het najaar de lange reis naar het zuiden aan te kunnen gaan. Doch hoe triest is het voor ze, om te merken dat van hun eerste nest jongen weinig of niets overblijft. Het tweede nest daarna heeft iets meer kans, maar pas van het derde nest blijft er voldoende over om het soort in stand te houden. Ze zijn daar de hele lente en zomer mee bezig.

Ze werken zich suf voor hun gezin, en op het laatst van de zomer moeten ze zich ook nog klaar maken voor de grote reis naar het zuiden. Ze eten zich dan vol aan wat de natuur hun hier bied aan insecten en bessen. Ze verzamelen zich in september in steeds grotere groepen op bepaalde plaatsen in het land. Iedere vogel weet instinctief waar deze plaatsen zijn. Op en rond ons terrein verzamelen zich de kwikstaart en de boerenzwaluw. Er zitten er dan soms wel een honderdtal in op en rondom de kas.

En ineens gaat dan dat onhoorbare fluitje en is de meute vertrokken naar het zonnige zuiden. Zo nu en dan heb ik ook het vertrek van de buizerd gezien. Een prachtig schouwspel. Bij een juiste thermiek verzamelen in het najaar de buizerds zich achter ons tuincentrum, om al zwevend de hoogte in te gaan. Soms zijn het er wel dertig die dan steeds hoger en hoger gaan, om dan opeens van je weg te drijven en al zwevend richting het zonnige zuiden te verdwijnen. Na enige tijd strijken er buizerd uit het hoge noorden bij ons neer om hier de winter te overleven. Eind september komen de ooievaars en de kraanvogels meestal weer langs. Elk jaar is het opnieuw een verrassing om ze weer te mogen zien. De ooievaars houden dikwijls een korte stop in onze omgeving, en de kraanvogels vliegen statig langs richting de peel waar ze hun laatste foeragering doen voor hun vertrek naar het verre zuiden.

Bij de mens is het al niet anders, daar waar voedsel is trekt hij naartoe. Meestal betreft dit eerst het kunnen doen van werk, waardoor hij geld heeft voor voedsel. Maar dikwijls zijn het ook de vruchtbare voedselgebieden om naar toe te gaan. Vulkanische gronden, afzettingsgebieden van rivieren en oasis in woestijnen. Allemaal gebieden die een overvloed kunnen bieden, maar tevens gevaren in zich meebrengen. Maar net als de vogels op hun gevaarlijke lange tochten riskeert de mens het natuurgeweld van deze gebieden.

Dikwijls onderschat de mens de natuur, en de gevolgen van het onvoldoende respecteren van deze natuur, en wordt dan teruggeworpen tot het begin van het bestaan. Water verzwelgt akkers en steden, vulkanen nemen gronden weer terug, woestijnen nemen mens en dier weer onder hun beheer. En toch zal de mens keer op keer deze elementen proberen te beteugelen om ook hun ras in stand te houden.

Gerard van Run

Kom naar Buitenlust...

Schitterende natuurwandelingen
Gezellig koffie- en theeterras
Mediumdagen
Jeu de Boules banen

Cursussen wichelroede lopen

Huismetingen op straling

Buitenlust Vught

Esscheweg 274 A
5262 LH Vught
T 06- 319 49 614

Geopend van maart t/m oktober op vrijdag, zaterdag en zondag.

Groepen kunnen ook buiten deze dagen afspreken.

© 2020 Buitenlust Vught - Privacyverklaring - Website gemaakt door be optimized