Wat de visser zoal beroerd

Vissers zullen dit verhaal herkennen, voor de niet vissers misschien een aanleiding om ook eens de hengel ter hand te nemen. Maar ook om u te vertellen dat een visdag meer is dan het vangen van vis alleen. Soms is een visdag zonder vis ook zeer de moeite waard.

scrol naar beneden

WAT DE VISSER ZOAL BEROERD.                     4-2-2006

 

De gehele week is er al naar uitgekeken, om de zondag eens dag heerlijk aan de waterkant door te brengen. Al is het eventueel guur weer, dat deert dan niet. Het is of iets in mij dat zegt, vandaag gaat het gebeuren.

Voor deze dag is de vangst bepaald op snoek. Deze prachtige roofvis, laat zich in de koude maanden goed verschalken. Aangekomen bij het viswater, waarvan er volop in mijn woonomgeving is, probeer ik in te schatten waar de snoek zich deze dag in het water op zal houden. Ik besluit bij de sluis in nerend water te beginnen, om ondertussen het overige water op mogelijke snoekactiviteiten te observeren.

De waterkant waar ik vandaag zit is een verzamelplaats van vele soorten eenden zwanen en ganzen. De meeste zwemmen al als koppels bij elkaar, ze zien er goed uit, hun verenpak is prachtig glanzend en tevreden dobberen ze rond op het water. Als ik te veel in hun richting kom, lopen de meerkoeten als een haas over het water een honderd meter ver weg. De eenden vliegen op om een eind verder weer neer te strijken. Boven mij hoor ik een fluitend geluid van een vijftal zwanen welke klapwiekend inzetten voor een landing op mijn visstek.Een prachtig gezicht en ik kijk of de KLM-reclame op de tv klopt. En precies zo landen de zwanen, moeder drie kinderen en de vader. Statig zwemmend voegen zij zich bij de overige watervogels.

Ik pak mijn hengel uit en bevestig een flinke aasvis en laat de vis langzaam te water. De dobber geeft aan dat de vis stevig rondzwemt en soms heb ik door de wilde bewegingen het idee dat er iets zit. Nadat een klein kwartiertje het aasvisje de gehele nering heeft door gezwommen, floept de dobber met een stevige ruk onder. Aan de beweging van het snoer zie ik dat de vermoedelijke snoek het aasvisje meeneemt naar de rand van de krachtige stroom van het water. Een goed teken bedenk ik mij, hele kleine snoeken doen dit namelijk niet.

De spanning stijgt. Voor me zelf schat ik in hoe groot de snoek zou kunnen zijn. Het moet er haast wel een van rond de 75 cm zijn, anders kan hij de aasvis in deze krachtige stroom niet vasthouden. De dobber welke ik onder water nog net kan zien staan, vertoont nu wat heftige bewegingen, welke aangeven dat de snoek bezig is, het aasvisje welke hij op de rug heeft gepakt, te draaien zodat hij het vanaf de kop in kan slikken. Nadat het aasvisje is gedraaid, komt voor mij het moment suprème. Langzaam draai ik het snoer wat strakker, en ben volledig geobsedeerd door de spanning welke de beet met zich mee brengt. Langzaam verdwijnt de dobber en ik sla aan.

Oei de vis is groter dan ik dacht. De slib van mijn molen giert en de snoek tracht te ontkomen. Op het einde van de rush van de vis draai ik weer bij. Dit herhaalt zich enige malen en is voor de sportvisser toch wel het moment van de vangst. Na enige malen lijkt de snoek zich gewonnen te geven en laat zich meetrekken naar de kant. Maar als doorgewinterde snoekvisser zie ik aan de vis dat dit gewonnen geven maar schijn is en in werkelijkheid een verzameling van krachten voor een laatste ontsnappingspoging. Langzaam richt de snoek zijn kop schuin omhoog, om vervolgens met een enorme zwiep van zijn lijf uit het water omhoog te springen en op deze manier zich met kracht probeert door de lijn te laten vallen. Maar ik laat mij niet verrassen en laat op het juiste moment de lijn geheel los vieren. De kracht van de snoek op de lijn wordt hierdoor gehalveerd en ik draai hem vervolgens weer langzaam bij. Aan de kant gekomen onderneemt de snoek nog een allerlaatste poging maar ook hier weet ik weer een uitbraak te voorkomen. De snoek geeft zich gewonnen en ligt op zijn zijde tegen de kant. Behoedzaam begeef ik mij naar de rand van het water en til de snoek er uit. Wat een prachtige vis, alleen de kop komt enigszins angstaanjagend over. De haak zit mooi bezijden in de bek, zodat deze er zonder beschadigingen uitkan. Ik meet hem op en constateer 85 cm ongeveer 10 pond en aan het lijf te zien een vrouwtje. Dus denk ik zullen er op dezelfde stek wel wat mannetjes vertoeven tussen de 60 en 70 cm. De vis wordt onthaakt en voorzichtig in het water teruggezet. Tot de volgende keer.

Tevreden loop ik naar de emmer met aasvisjes en bedenk mij dat de dag goed begint. Een vijftig meter verder heb ik met regelmaat wat kleine visjes zien bovenkomen, en ik besluit mijn geluk in die richting te gaan beproeven. Ik moet hiervoor een hek over wat er toe dient om de schapen op de dijk te houden, wat voor mij een halsbrekende toer betekend met al mijn spullen maar het is weer gelukt. Doch constateer ik omkijkend dat het hek wel iets heeft, het past in het landschap en de dijk zou eigenlijk kaal zijn als het er zelfs niet stond. Met aflopende latten naar het water voel ik mij nu alsof ik op een nieuwe stuk ben in hetzelfde water. Mijn aasvisje zwemt alweer volop in het water en ik trek hem langzaam stroomopwaarts. Aangekomen op de plaats waar ik het vermoeden had dat er iets zou kunnen zitten, ben ik extra gespannen.

Plotseling springt een grote haas een meter of vijf van mij af op en rent als een bezetene over de dijk weg, de verte in. Na een goede honderd meter blijft hij staan op zijn achterpoten en spitst zijn oren, kijkt in het rond en besluit dan langzaam te verdwijnen in het weiland aan de andere kant van de dijk. Maar ondertussen dat ik dit gade sla voel ik een fikse ruk aan het snoer wat ik achter mijn vinger had gehouden. Beet dus! Had ik het toch goed gezien dat hier iets moest zitten. Het snoer loopt af en het lijkt er op of dat de snoek naar de overzijde wil. Echter halverwege keert hij langzaam in een grote boog terug naar de plek waar de beet begon. Mijn gedachte is het zal wel niet veel zijn, al dat geloop duidt erop dat het meestal geen groot exemplaar is. Ik heb dit nog niet gedacht of hij gaat alweer om vervolgens even snel weer te gaan stilzitten.Heftige bewegingen van de dobber verraden de moeilijkheid graad van het draaien van het aasvisje door de snoek. Ik laat hem daarom ook maar zijn gang gaan, en wacht op het moment waarop de snoek zich weer in beweging zet. De vis zit dan namelijk pas in de goede richting van de bek waardoor de snoek aangeslagen kan worden

. De haas heeft inmiddels het weiland overgestoken en zoekt in de verte een geschikt leger om in te gaan liggen. Er komt beweging in mijn lijn de snoer snijdt door het water voor mij het moment om aan te slaan. Hij hangt. Veel geblaat maar weinig wol in het water. Heftige wilde bewegingen kondigen de vangst aan van een snoek van rond de vijftig centimeter. Langzaam laat ik hem moe zwemmen en trek hem naar de kant en haal hem vervolgens uit het water. Opgemeten valt hij toch nog mee 56 cm. De haak zit gelukkig niet diep en al spoedig zwemt deze slanke mannetjes snoek weer in het water. Ik besluit op dezelfde plaats mijn geluk nogmaals te proberen, want dikwijls zitten in deze tijd van het jaar de snoeken al in groepjes van wel 5 stuks bij elkaar ter kennismaking op het komende paaiseizoen.

Na een half uurtje genoten te hebben van opstijgende en landende zwanen en eenden komt er plotseling heftige beweging in de aasvis. Op het moment dat ik dit constateer floept de dobber onder en loopt mijn molen af. Aan de gang van het snoer door het water zie ik dat de snoek mooi de harde stroom in gaat. Hij blijft keurig in het begin van de stroom zitten. De spanning slaat bij mij toe, want dit kon wel weer eens een mooie zijn.Gezien de grote van de aasvis en de aanbeet schat ik hem op minstens een 70 cm. De snoek schijnt trek te hebben, terwijl ik eigenlijk nog sta te dromen van hoe groot hij wel niet zal zijn, vertrekt de snoek al stroomopwaarts. Ik wacht even tot de lijn strak komt en sla aan. Oei een pracht van een snoek, hij overtreft mijn verwachting, een wild kabaal en de snoek komt naar boven, opent zijn bek en spuugt de aasvis inclusief lijn uit. Verstomd kijk ik toe en probeer in te schatten wat er mis ging. Was deze kanjer te slim of had ik te vroeg of wellicht te zacht aangeslagen waardoor de haak zich niet gezet had. Nu ik de snoek gezien had schatte ik hem op zeker 90 cm dus zeer de moeite waard. Maar afijn deze keer had de snoek geluk en een troost voor mij hij zit er nog. Dus wellicht treffen wij elkaar een volgend keer.

Ik besluit tot aan de volgende brug stroomopwaarts te vissen en dan aan de andere zijde van de stroom de aasvis terug te laten drijven.Na een nieuwe aasvis bevestigd te hebben gooi ik op de zelfde plaats in waar ik zojuist de snoek verspeelde. Hij lag nog maar net goed en wel in het water of met een flinke plof dook de dobber onder. Hij had hem weer. Maar deze keer zal hij me niet ontglippen. Mijn geduld leek eindeloos maar de snoek had kennelijk honger en werkte in een korte tijd de aasvis naar binnen en probeerde met een sneltreinvaart het midden van de stroom te bereiken.Ik besloot aan te slaan en jawel hoor hij hing.Ditmaal kwam hij niet naar boven maar bleef over de bodem telkenmale door de slib van mijn molen trekken. Het duurde nu al zeker tien minuten, en ik kwam tot de conclusie dat het haast wel een andere snoek moest zijn als van daar net. Langzaam bekroop mij het gevoel dat dit misschien wel de snoek van mijn leven kon worden, want keer op keer bleef hij ver van mij weg, de slib telkens gierend aan mijn hengel. Ik bedacht mij wat voor een geluksvogel ik was, dat ik dit mee mocht maken. De snoek bleef maar van mij weglopen en ik werd steeds nieuwsgieriger naar het moment, dat ik hem te zien zou krijgen. Wat voor een kanjer moest het wel niet wezen.Tegelijkertijd bekroop mij de angst of het snoer wel sterk genoeg zou zijn om de snoek uiteindelijk binnen te kunnen halen. Houden hengel en molen het wel uit, en kan ik dicht genoeg aan de kant komen om de snoek straks te kunnen pakken. Maar stukje voor stukje haal ik de snoek dichterbij en ik voel dat ik de strijd ga winnen.Op zulk een moment hoop je eigenlijk dat er vele toeschouwers zijn, om je in je geluk aan te moedigen en dan achter je de opmerkingen te horen van, moet je zien wat een knoert, kan ik hem voor u scheppen of op de kant halen. Nee op zo een moment midden in de polder sta je alleen en kunt dan jammer genoeg dit geluk met niemand delen en je weet dat later minstens de helft als visserslatijn door anderen wordt ervaren.

Voor het eerst komt de snoek naar de oppervlakte, maar aan de stand van de enorme kop zie ik dat de strijd nog niet gestreden is. Ik schat hem nu ver boven de meter met een kop waar je bang van wordt. De snoek besluit na het aanschouwen van de tegenstander aan de andere zijde van de lijn, weer in het diepe te verdwijnen. Na opnieuw een halfuur de lijn te laten vieren en in te halen, begint de snoek aan zijn laatste geraffineerde vluchtpoging. Doen alsof hij moe is en dan ineens met een enorme zwiep uit het water komen en door de lijn proberen te vallen. Maar nee het lukt niet want ook ik ben op mijn hoede en de spanning krult tot in mijn tenen.

Eindelijk na een veertig tal minuten is het dan zover dat ik besluit de snoek te landen en vervolgens uit het water te pakken. Behoedzaam leg ik de snoek strak tegen de kant het beest lijkt uitgeteld en ziet er prachtig uit. Ik begeef mij behoedzaam naar hem toe en probeer hem met twee handen te pakken. Doch op het zelfde moment neemt de snoek met al de krachten die nog in hem zijn een laatste ontsnappingspoging. Mijn hengel wordt mede het water in gesleurd en ik kan nog net het achterste gedeelte grijpen. De molen giert weer als een bezetene. Wat kun je, je soms toch nog vergissen in de kracht van deze vis. Maar na deze poging is de strijd gestreden en wordt de vis totaal uitgeput binnen gehaald. De duimstok wijst 109 cm en ik schat hem rond de twintig pond het is een vrouwtje en ziet er prachtig uit. Het is tot nu toe de tweede grootste snoek van mijn carrière als visser. Voorzichtig haal ik de haak uit de zijkant van zijn bek, bewonder de vis en zet hem voorzichtig terug in het water. Na een vijftal minuten komt de snoek weer op adem en met een paar slagen van zijn staart verdwijnt hij naar de diepte. Mij voldaan achterlatend op de dijk vol van vreugde over deze buitengewone vangst

Doordat het al laat aan het worden is besluit ik terug te lopen naar de eerste plek om daar nogmaals mijn geluk te beproeven. Dus weer weg rennende watermeerkoeten, zwanen die op een majestueuze manier rondzwemmen waarmee ze schijnen te zeggen, wat doe jij hier en dan ook nog weer over dat vervelende stijlvolle hek op de dijk.Jammer weer een scheur in mijn broek van de net te hoge prikkeldraad op het hek, en dan wordt je toch nog kwaad op dat zelfde hek.

Aangekomen bij de neer voor de sluis laat ik een nieuwe aasvis rustig ronddrijven. Maar hoe meer de schemer invalt hoe minder ik er nog van verwacht. Tenslotte besluit ik in te pakken en naar de warme kachel te verhuizen. Maar op dat zelfde moment een flinke kolk en weg is de dobber. En dat gebeurd dikwijls bij het snoeken, op een onverwacht moment krijg je beet.

Zo te zien een aardige snoek hij zit mooi stil pal naast de stroom en aan de lijn achter mijn vinger voel ik hoe de snoek bezig is de vis te draaien. En al snel komt er beweging in de lijn. Ik sla aan en voel dat het een mooie is. Na een stevig gevecht tussen de vis aan de ene kant van de lijn en mij aan de andere zijde trek ik toch nog een mooie snoek op de kant van een 76 cm. Tevreden en blij zet ik de snoek terug in het water.

Het was voor mij een fantastische middag met een dikke drie meter aan snoek. Snel pak ik mijn hengel in en rijdt in mijn warme auto naar huis, want zo rond vijf uur begin je de kou aardig te voelen.Het is dan heerlijk om thuis gekomen aan een warm bord soep te kunnen gaan zitten. Te vertellen over die fantastische vismiddag, en ’s-nachts te dromen van die volgende keer, dat je misschien weer geluk mag hebben.

Dit is waar de visser voor gaat.

Gerard van Run

Kom naar Buitenlust...

Schitterende natuurwandelingen
Gezellig koffie- en theeterras
Mediumdagen
Jeu de Boules banen

Cursussen wichelroede lopen

Huismetingen op straling

Buitenlust Vught

Esscheweg 274 A
5262 LH Vught
T 06- 319 49 614

Geopend van maart t/m oktober op vrijdag, zaterdag en zondag.

Groepen kunnen ook buiten deze dagen afspreken.

© 2020 Buitenlust Vught - Privacyverklaring - Website gemaakt door be optimized